Laat de barbaren tot mij komen: ik zal hen scheren, hen brood doen eten en melk doen drinken. In ruil daarvoor zal ik mezelf hun taal leren, hun godsdienst vergelijken met de onze en dan schrappen wat niet past. Ik zal de assimilatie leiden. Er zal een minimum aan bloed vloeien, maar verspreid eerst de pamfletten! Er is een brand in de stad -er is altijd een brand in de stad laten we even wel wezen- en het vuur spelt de naam van een nieuwe keizer, maar het volk kan niet lezen - prijs de Heer! Laat dit een teken zijn, denkt de ongeletterde die er naar kijkt... en het is een teken, jawel! Dat het is om van te schreien, zegt mijn meest cynische adviseur, maar er is tegenwoordig zoveel om van te schreien. Men moet zijn tranen sparen zolang het zomer is. Hou de scepter hoog, zo staat het op alle wandtapijten. Mijn gelijk is hemelsbreed, mijn kaak lijnrecht en als ik de barbaren hun vet wil geven alvorens mijn purperen merrie te bed te nemen dan welaan: wie houdt mij tegen? Deus vult!